Strengere betalingsvoorwaarden tussen ondernemers

Vanaf 1 februari 2022 wordt de Wet betreffende de bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties strenger.

De wet zelf dateert van de Wet van 2 augustus 2002 en heeft als doel ondernemingen te beschermen tegen wanbetaling in een B2B context. De wetgever heeft vastgesteld dat de wet onvoldoende slaagt in haar opzet, en dat een aantal verstrengingen nodig zijn. Op die manier wil men bepaalde mistoestanden tegengaan, die in de praktijk nog steeds gangbaar zijn tussen ondernemer.

De volgende wijzigingen zijn belangrijk.

1. Beperkte betalingstermijnen

Voortaan bedraagt de maximale betalingstermijn die ondernemingen kunnen overeen komen (of die contractueel kan worden opgelegd) 60 kalenderdagen. Contractuele bedingen die een langere termijn voorzien worden voor “niet geschreven” gehouden. Dit heeft als gevolg dat de schuldeiser een dergelijke clausule kan negeren en zelfs automatisch kan terugvallen op de wettelijke betalingstermijn van 30 kalenderdagen.

Indien de overeenkomst voorziet in een verificatietermijn (om zogezegd na te gaan of de ontvangen factuur correct is opgesteld), dan zal deze voortaan ook deel uitmaken van de betalingstermijn. De termijn die nodig is om vast te stellen of de goederen of diensten conform de overeenkomst zijn, maakt dus vanaf 1 februari ook deel uit van de betalingstermijn. Op deze manier wil men komaf maken met de praktijk waarbij de betalingstermijn soms wordt opgetrokken door eerst een nazichtstermijn van 30 dagen te voorzien en pas nadien een betalingstermijn van 60 dagen te laten ingaan. De betaling op die manier tot 90 dagen uitstellen zal niet meer mogelijk zijn. De termijn van 60 kalenderdagen is voortaan een absoluut maximum.

2. Ontvangst factuur doet betalingstermijn lopen

De praktijk van “contractuele ontvangstdata” van facturen wordt aan banden gelegd. De betalingstermijn begint voortaan te lopen vanaf de effectieve ontvangst van de factuur door de schuldenaar. Bovendien moet de schuldenaar uiterlijk op het moment van ontvangst van de goederen / levering van de prestatie de schuldeiser voorzien van alle nodige informatie zodat dat de factuur kan worden opgemaakt.

3. Sancties bij wanbetaling

Verder blijft de wet uiteraard voorzien in sancties voor de wanbetaler, ook indien contractuele afspraken op dat punt ontbreken. De (verstrengde) wet voorziet in ambtshalve intresten aan een intrestvoet die merkelijk hoger is dan de wettelijke intrestvoet (op vandaag 8 % tegenover een wettelijke intrestvoet van 1,5 %), en in een forfaitaire vergoeding van 40 euro ter dekking van de invorderingskosten van de schuldeiser.

Hebt u vragen over de toepassing van deze wet of hebt u te maken met wanbetaling? Neem contact op en wij helpen u graag verder. 

Heb je een vraag?
Wij helpen je graag verder.
DELEN OP facebook linkedin