Sinds de wijziging van het Belgische bewijsrecht in 2020 kunnen elektronisch ondertekende documenten als bewijsmiddel aangevoerd worden. Dit op voorwaarde dat de gebruikte handtekening de identiteit van de ondertekenaar aanduidt en de integriteit van het document waarborgt. Het is dus niet langer noodzakelijk om een papieren document met handtekening voor te leggen als bewijs van een overeenkomst.
In de wet worden 3 soorten van rechtsgeldige elektronische handtekeningen benoemd. Elk type van handtekening heeft een verschillend niveau van bewijswaarde en veiligheid.
Gewone elektronische handtekening
Deze handtekening betreft ingescande handtekeningen of aangevinkte vakjes in een webformulier.
Dit type van handtekeningen biedt de laagste bewijswaarde.
Geavanceerde elektronische handtekening
Deze handtekening betreft een digitale versie van een handtekening die uniek gekoppeld is aan de ondertekenaar, bijvoorbeeld met een persoonlijke code of sleutel die de identiteit van de handtekenaar bevestigt, zoals door biometrie, tweestapsverificatie of een identiteitscertificaat.
Dergelijke handtekeningen bieden meer bewijswaarde omdat deze waarborgen dat wijzigingen na de handtekening kunnen geregistreerd worden via een digitale versleuteling of een controlelogboek.
Gekwalificeerde elektronische handtekening
Deze handtekening is de meest beveiligde en heeft de hoogste bewijswaarde.
De gekwalificeerde elektronische handtekening is gekoppeld aan een officieel certificaat, zoals Itsme of een eID-kaartlezer.
De bewijswaarde is dezelfde als van een echte handgeschreven handtekening.
Bij betwistingen en mogelijke bewijsvoering voor de Rechtbank geldt een wettelijk vermoeden van “echtheid” voor gekwalificeerde elektronische handtekeningen.
Voor de gewone en geavanceerde elektronische handtekeningen ligt de bewijslast bij de ondertekenende partij om de “echtheid” van de handtekening aan te tonen.